Als student is het een uitdaging om de juiste balans te vinden tussen werken en studeren, vooral als het gaat om de kosten van het studentenleven te kunnen betalen. Maar hoeveel mag een student eigenlijk verdienen? En wat zijn de fiscale en sociale implicaties van het overschrijden van de toegestane grenzen?
In dit artikel gaan we dieper in op de regels en richtlijnen die bepalen hoeveel een student mag verdienen en wat de mogelijke gevolgen zijn van het niet naleven van deze grenzen.
—--------------------------------
Inhoudsopgave
—--------------------------------
Een jobstudent mag maximaal 14 514,29 euro verdienen in 2023. Dit is het brutobedrag na de inhouding van sociale bijdragen. Als je onder dit bedrag blijft, betaal je geen belastingen.
Toch zijn er ook andere bedragen waar je rekening mee moet houden om fiscaal ten laste te blijven van je ouders. (Hierover meer bij “Moet je belastingen betalen als student?”)
Om te weten hoeveel een student mag verdienen per jaar, is het aangeraden om 4 aspecten in de gaten te houden:
Hierover verder meer.
Een jobstudent mag vanaf 2023 maximaal 600 uren per jaar werken.
Deze beperking heeft als doel om de studenten te beschermen en hen in staat te stellen hun studies te combineren met werkervaring. Het aantal uren kan worden gespreid over het hele jaar of geconcentreerd worden tijdens de zomervakantie of andere schoolvakanties. Het is echter ook mogelijk om over deze 600 uren te gaan, maar dan verlies je het verlaagde sociale bijdragen tarief.
“Ik ben een student die vaak werkt doorheen het schooljaar en vakanties. De laatste jaren moest ik toch wel goed rekening houden met het aantal uren dat ik mocht werken want daar kwam ik sneller aan als gedacht. Ik ben heel blij dat de uren in 2023 verhoogd zijn van 475 uur naar 600 uur. “
In Vlaanderen is de beperking van maximaal 240 werkuren per kwartaal opgeheven en kun je onbeperkt werken. Dit wel op voorwaarde dat je niet meer dan 600 uur per kalenderjaar werkt.
Als je in Brussel of Wallonië woont, geldt de regel dat je niet meer dan 240 uur per kwartaal mag werken, anders verlies je je kinderbijslag. In de zomermaanden (juli, augustus en september) geldt deze regel echter niet, behalve in het jaar waarin je je studies beëindigd.
Het belangrijkste verschil tussen een jobstudent en werkstudent is dus voornamelijk het statuut en de regels die hierbij komen kijken. Een jobstudent mag minder uren werken en betaalt minder sociale bijdragen, terwijl een werkstudent meer uren kan werken maar dezelfde bijdragen en belastingen moet betalen als andere werknemers.
Een jobstudent is een student die in België tijdelijk of deeltijds werkt tijdens de schoolvakanties of gedurende het academiejaar. Een jobstudent mag maximaal 600 uren per kalenderjaar werken, waarbij een verminderde sociale bijdrage wordt ingehouden op het loon. Het doel van deze regeling is om studenten de kans te geven om werkervaring op te doen en bij te verdienen tijdens hun studies.
Een werkstudent daarentegen is een student die tijdens het academiejaar deeltijds werkt en het volledige jaar door kan werken. Een werkstudent valt onder het reguliere arbeidsrecht en moet bijgevolg dezelfde sociale bijdragen en belastingen betalen als andere werknemers. Het aantal uren dat een werkstudent mag werken is niet beperkt, maar er geldt wel een beperking op het aantal uren per maand dat de werkstudent mag werken om te voorkomen dat ze de kinderbijslag verliezen.
“De twee voorgaande jaren was ik zelf werkstudent. Tegen het einde van het jaar waren mijn uren op en switchte ik naar werkstudent. Zonder deze optie was het niet mogelijk om nog verder te werken.”
Er is niet echt een beperking in hoeveel uren een werkstudent extra mag werken. Toch is het aangeraden om rekening te houden met het mogelijke verlies van de kinderbijslag.
Zolang je maximaal 80 uren per maand werkt, behoud je het recht op kinderbijslag. Ga je hier toch over, dan verlies je het recht op de kinderbijslag.
Je wordt als werkstudent beschouwd vanaf het 601ste uur.
Daarnaast is het handig om te weten dat ook bij een werkstudent nog steeds rekening gehouden wordt met hetzelfde bedrag dat je maximaal mag verdienen als jobstudent om zelf geen belastingen te hoeven betalen. Ook om fiscaal ten laste te blijven van je ouders gelden dezelfde regels en bedragen als een jobstudent (zie vraag van belastingen).
Het studentencontingent is het aantal uren dat een student mag werken aan verminderde sociale bijdragen. In België mogen studenten jaarlijks 600 uren werken onder het gunstigere studentenstatuut.
Je kunt bij je sociaal secretariaat of je werkgever navragen hoeveel uren je al gewerkt hebt en hoeveel uren je nog kunt werken onder het studentenstatuut.
Daarnaast kun je ook je uren zelf bijhouden via de online applicatie Student@work van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Daar kun je ook je contracten en loonfiches terugvinden.
“Ik heb voorgaande jaren veel gebruik gemaakt van de online applicatie Student@work. Zo had ik een mooi overzicht van hoeveel uren ik gewerkt had per werkgever en hoeveel uren er nog gereserveerd stonden.”
Als student mag je bijverdienen, maar daar zijn wel regels en voorwaarden aan verbonden. Een eerste voorwaarden om te mogen bijverdienen als student:
Je mag als student 600 uur per jaar werken aan het verlaagde tarief van de sociale bijdragen. Als werkstudent heb je geen beperking in het aantal uur dat je mag werken. Wel mag je niet meer dan 80 uur per maand werken om je recht op kinderbijslag niet te verliezen.
Er zijn ook regels omtrent de belastingen van jezelf en de belastingen van je ouders. Zo moet je onder het toegestane bedrag blijven om zelf geen belastingen te hoeven betalen. Om te vermeiden dat je ouders meer belastingen moeten betalen, hou je ook best rekening met het maximale bedrag dat hiervoor is opgesteld. Dit verschilt met het bedrag dat je zelf mag verdienen om geen belastingen te betalen en is afhankelijk van de situatie van je ouders.
Daarnaast gelden er ook nog regels omtrent arbeidsduur, rusttijden en verloning. Hierover verder meer.
“Ik ben op mijn 15de beginnen werken als jobstudent. Het was mijn eerste job en zelf wist ik nog niet veel van alle regels. Eens ik 17 was en mijn diploma van het middelbaar had, ging ik meer en meer werken. Vanaf toen was het echt nodig om alle regels rond werken als student te kennen.”
Het percentage van de solidariteitsbijdrage is 8.13%. Hiervan komt 5.42% voor rekening van de werkgever en 2.71% voor rekening van de student.
Tegenover de 13,07% dat gewone werknemers moeten betalen aan RSZ, is dit toch een groot verschil.
Je mag maximaal 600 uur per jaar werken aan de verlaagde bijdragen. Vanaf het 601ste uur gelden er hogere bijdragen. Hier houd je dus ook best rekening mee.
“Ik wist dat ik geen verlaagde sociaal bijdrage meer had vanaf (toen nog) het 476ste uur, maar toch verschoot ik de eerste keer toen ik het verschil zag. Ik kreeg voor 5 dagen werken ineens 100 euro minder.”
Als student moet je in eerste instantie geen belastingen betalen, zolang je het bedrag van 14.514,29 euro niet overschrijdt. Het is echter wel belangrijk om elk jaar een belastingaangifte te doen, zelfs als je geen belasting hoeft te betalen. De overheid wil namelijk graag weten hoeveel je hebt verdiend.
Als je het toegestane maximumbedrag overschrijdt, ben je als student wel belastingplichtig en wordt er belasting geheven op je inkomen.
De ouders van studenten moeten niet meer belastingen betalen als de student bruto niet meer verdient dan de onderstaande bedragen (let op, dit zijn de bedragen voor 2022, die van 2023 moeten nog uitgegeven worden). Deze bedragen zijn afhankelijk van de situatie van je ouders.
Indien je over dat bedrag gaat, ben je fiscaal niet meer ten laste bij je ouders en zullen zij dus meer belastingen moeten betalen.
“Mijn ouders betalen elk jaar veel belastingen. Ik wou zeker zijn dat zij geen extra belastingen moesten betalen door mijn studentenjob. Daarom hield ik rekening met de € 7272.50 dat ik mocht verdienen in een jaar. Ik vind het spijtig dat dit bedrag zo laag is. Als werkstudent kom je hier veel sneller aan als je denkt.”
Een werkende student in Vlaanderen behoudt het recht op kinderbijslag als:
In Brussel en Wallonië is er een afwijking deze regeling. Zo mogen werkende studenten in Wallonië in het eerste, tweede en vierde kwartaal maar maximaal 240 uur werken. Werken de jobstudenten toch meer, dan verliezen ze het kinderbijslag voor dat kwartaal. Het derde kwartaal werd eerder niet opgesomd, dit omdat jobstudenten tijdens de zomervakantie onbeperkte aantal uren mogen werken.
Buiten het aantal uren dat je werkt, zijn er ook andere voorwaarden om kinderbijslag te krijgen. Hier is een verschil in niet-hoger onderwijs en hoger onderwijs studenten.
Een jongere die niet-hoger onderwijs volgt, heeft recht op de kinderbijslag tot aan zijn 25ste verjaardag indien hij voldoet aan de voorwaarden:
Een student aan het hoger onderwijs heeft ook recht op de kinderbijslag tot aan zijn 25ste verjaardag indien hij voldoet aan de voorwaarden:
Het is belangrijk om tijdig wijzigingen door te geven aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) zodat het recht op kinderbijslag tijdig wordt aangepast.
Je inkomen als student heeft geen invloed op je studietoelagen. Hier wordt namelijk gekeken naar de verdienste van je ouders.
Zelfs als je fiscaal niet meer ten laste bent bij hen, telt je inkomen als student niet mee voor het berekenen van de studietoelage.
De standaard arbeidstijd voor studenten bedraagt 8 uur per dag en 38 uur per week. Er zijn wel uitzonderingen voor bepaalde sectoren zoals de horeca. De minderjarige studenten mogen maximaal 8 uur per dag en 40 uur per week werken en er moet minstens 12 uur rust genomen worden tussen 2 werkdagen. Voor meerderjarige studenten geldt maximaal 11 uur per dag en 50 uur per week.
Studenten jonger dan 18 jaar mogen maximaal 5 dagen per week werken en alleen in speciale gevallen op zondag. Studenten van 18 jaar en ouder mogen tot 6 dagen per week werken, inclusief op zondag, tenzij er sectorale regels van toepassing zijn.
Studenten hebben recht op een rustpauze van 30 minuten per 4,5 uur werk. Als ze langer dan 6 uur werken, hebben ze recht op 1 uur rust. Meerderjarigen hebben recht op een pauze van minstens 15 minuten na maximaal 6 uur werk.
Een jobstudent mag in principe niet werken op een feestdag, tenzij er sprake is van een uitzondering. Zo zijn er bijvoorbeeld bepaalde sectoren, zoals de horeca, waarin werken op feestdagen toegestaan is.
Ook kan er sprake zijn van een speciale gebeurtenis of gelegenheid waarvoor het nodig is om op een feestdag te werken. In dat geval kan een uitzondering worden gemaakt en mag de jobstudent werken op de feestdag. Het is echter belangrijk om te weten dat er voor werken op feestdagen vaak hogere lonen gelden.
Een student ouder dan 18 jaar wordt gezien als een gewone werknemer. Als de werknemers mogen werken op een feestdag, dan mag de student dat ook.
“Ik had het geluk dat ik als student kon werken op feestdagen. Ik kreeg hiervoor dubbel betaald. Als ik niet moest werken op de feestdag zelf, maar wel werkte de dag voor en de dag na de feestdag, en mijn contract ook opgemaakt was voor die periode, kreeg ik die dag gewoon volledig uitbetaald zonder te hebben gewerkt.”
Jobstudenten mogen werken in het weekend, maar er zijn beperkingen en voorwaarden afhankelijk van hun leeftijd en de sector waarin ze werken. Een student kan zonder problemen op zaterdag werken omdat dit als een 'weekdag' wordt beschouwd, ondanks dat het in het weekend valt. Dit komt doordat de meeste winkels en horecazaken op zaterdag open zijn.
Als je daarentegen op zondag wilt werken, gelden er andere regels voor weekendwerk. Normaal gesproken is het niet toegestaan om als student op zondag te werken, maar er zijn uitzonderingen. Studentenarbeid op zondag is toegestaan in de horeca, kleinhandel, toeristische centra en in andere winkels op bepaalde zondagen van het jaar, zoals shopzondagen.
Indien je jonger bent dan 18 jaar, is het niet toegestaan om op zondag te werken, behalve in geval van dringende omstandigheden. Bovendien heb je recht op een extra rustdag, die op zaterdag of maandag valt. Als minderjarige is het ook niet toegestaan om twee opeenvolgende zondagen als jobstudent te werken, tenzij in de horeca, kleinhandel of toeristische sector.
Op bepaalde zondagen van het jaar, zoals shopzondagen, is het echter wel toegestaan om in andere winkels te werken. In de horecasector mag je zelfs twee opeenvolgende zondagen werken, ook als je jonger bent dan 18 jaar.
Indien je hebt gewerkt op een zondag of een extra rustdag, heb je recht op een wekelijkse rustperiode van 36 opeenvolgende uren en een inhaalrust binnen zes dagen.
In principe is nachtwerk voor studenten verboden, maar er zijn tal van uitzonderingen afhankelijk van de sector of aard van het werk dat wordt verricht, zoals bijvoorbeeld in de horeca of bij ploegendiensten. Deze uitzonderingen gelden voor alle werknemers die 18 jaar of ouder zijn.
Voor minderjarige studenten gelden striktere regels. Minderjarige zijn studenten van 15 jaar en jonger dan 18 jaar. In beperkte gevallen kunnen minderjarige toch nachtwerk verrichten, maar in dat geval moet er een rustperiode van minimaal 12 uur worden gegarandeerd voordat de student opnieuw aan het werk gaat.
Nachtwerk betreft werkzaamheden die plaatsvinden tussen 20.00 uur en 06.00 uur.
Als je jonger bent dan 18 jaar, mag je in principe geen overuren maken. Slechts in noodgevallen kan hiervan worden afgeweken. Overuren mogen alleen gemaakt worden als er een wettelijke reden is, zoals een onverwachte toename van werk. Het maximale aantal uren dat op een dag gemaakt mag worden is elf uur.
Als jobstudent in de horeca heb je de mogelijkheid om niet alleen je 600 uur op te gebruiken, maar ook nog eens 50 horecadagen toe te voegen. Zoals je wellicht weet, mag je als jobstudent 600 uur per jaar werken tegen een verlaagde sociale bijdrage. Dit voordeel geldt ook als je gebruikmaakt van horecadagen.
Deze 50 horecadagen zijn bedoeld voor iedereen die gelegenheidswerk doet. Dit betekent dat je niet meer dan twee opeenvolgende dagen mag werken. Na een pauze kan je dan weer één of twee dagen aan de slag bij dezelfde werkgever. Hoewel het bedrag iets hoger is dan wat je betaalt als jobstudent, betaal je ook hierbij minder sociale bijdragen.
Het is zeker de moeite waard om zowel je 600 uur als deze 50 horecadagen te benutten, als je maximaal wil profiteren van de voordelen. Je kan ervoor kiezen om eerst je 600 uur op te gebruiken en daarna aan de horecadagen te beginnen.
Of je kan ze combineren. Het is belangrijk om dit goed te bespreken met je werkgever en alle afspraken duidelijk op papier te zetten, zodat er achteraf geen onduidelijkheid ontstaat.
Ja, het is noodzakelijk om met je werkgever een schriftelijke overeenkomst af te sluiten. Je kan een studentencontract afsluiten voor maximaal één jaar. Wanneer je langer dan één jaar bij een werkgever blijft werken, zal jouw overeenkomst als een gewone arbeidsovereenkomst worden beschouwd.
Het is dan niet meer mogelijk om een nieuwe studentenovereenkomst met dezelfde werkgever af te sluiten.
Het contract dient door zowel de werkgever als student ondertekend te worden. Vergeet ook zeker niet om een kopie van deze overeenkomst te ontvangen. Een studentenovereenkomst is van groot belang omdat het je zekerheid geeft over jouw rechten en verplichtingen.
In de overeenkomst moeten verschillende gegevens vermeld worden:
Op de website van FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg vind je de volledige lijst terug.
“Ik werkte 6 jaar lang voor dezelfde werkgever, waarbij ik voor het jaar verstreek, een week uit dienst moest treden. Dit kon omdat studenten geen jaarcontracten mogen aangaan.“
Ja, zowel de werkgever als de student mogen het studentencontract stopzetten. De eerste drie dagen van je studentenjob worden altijd beschouwd als proeftijd en is bedoeld om jou en je werkgever een indruk te geven of het klikt of niet. Tijdens deze proefperiode mag zowel de werkgever als de student de overeenkomst beëindigen zonder opzegtermijn en zonder verdere gevolgen.
Als de proefperiode voorbij is en de werkgever toch het contract wil stopzetten, dan moet de werkgever een opzegtermijn hanteren. Dit geldt ook als de student het contract wil stopzetten na de proefperiode. In onderstaande tabel vindt je de precieze dagen dat de opzeg duurt.
Indien de werkgever het contract stopzet:
Bij een contract van een maand of minder is de opzegtermijn 3 dagen. Voor overeenkomsten langer dan een maand moet de werkgever een opzegtermijn van 7 dagen in acht nemen.
Indien de student het contract stopzet:
Voor een overeenkomst van een maand of minder bedraagt de opzegtermijn 1 dag. Bij een contract van meer dan een maand moet de student een opzegtermijn van 3 dagen in acht nemen.
In beide gevallen gaat de opzeg in op de maandag na de week waarin de werkgever of de student de verbreking van de overeenkomst heeft meegedeeld aan de student of werkgever.
Natuurlijk is er geen opzegtermijn nodig indien er een onderling akkoord wordt getekend. Dit is een afspraak of akkoord tussen de werkgever en student die op vrijwillige basis met elkaar instemmen het contract te stoppen.
Als jobstudent is het zeker toegestaan om voor meerdere werkgevers te hebben. Het kan gebeuren dat je bij de ene werkgever niet genoeg uren krijgt ingepland en daarom besluit om nog uren bij een andere werkgever te werken. Ook kan het zijn dat je meer variatie in je werk wilt en daarom bij verschillende werkgevers aan de slag gaat.
Zorg er echter voor dat alles goed wordt gedocumenteerd. Je mag namelijk maar 600 uren officieel werken als jobstudent. Daarom is het belangrijk dat al je werkgevers op de hoogte zijn van het feit dat je bij meerdere bedrijven werkt.
“Ik heb al meerdere werkgevers gehad. Toen ik 18 was, werkte ik in de zomervakantie door de week als orderpicker en in het weekend als verkoopster bij mijn vaste studentenjob. De volgende jaren combineerde ik dit ook vaker.”
Als student kan je recht hebben op woon-werkvergoeding, maar dit hangt af van de cao’s van verschillende bedrijven en sectoren. Een werkgever kan ervoor kiezen om zijn werknemers een vergoeding te geven voor hun woon-werkverkeer of professionele verplaatsingen met hun eigen auto of tussenbeide te komen in de kosten van het openbaar vervoer. Maar dat is niet algemeen verplicht.
Jobstudenten hebben in principe recht op dezelfde voordelen als de gewone werknemers. Je kan nagaan of de werknemers een vergoeding ontvangen en wat hiervoor de voorwaarden zijn.
Voor de kilometervergoeding tot een bedrag van 0.3461 euro per km zijn er geen sociale bijdragen verschuldigd als je met je eigen wagen verplaatst. Ook op de terugbetaling van de werkelijke kosten als je met het openbaar vervoer reist, zijn geen sociale bijdrage verschuldigd.
Als je ziek bent tijdens je studentenjob is het belangrijk om je werkgever zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van je ziekte/ afwezigheid. Het kan voorkomen dat je ziek wordt en dat is niet alleen vervelend voor jou, maar dat heeft ook gevolgen voor je werk.
Als je ziek bent, heeft dit natuurlijk ook invloed op je loon. Als je korter dan een maand in dienst bent bij een bedrijf, ontvang je geen loon voor de dagen dat je ziek bent.
Ben je langer dan een maand in dienst, dan wordt je salaris wel gegarandeerd, op voorwaarde dat je aan een aantal eisen voldoet. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat je binnen 2 dagen een doktersbriefje indient bij je werkgever. Bekijk ook zeker het arbeidsreglement om de specifieke richtlijnen te vinden.
“Bij een vorige werkgever waar ik maanden in dienst was, diende ik geen ziekenbriefje in te leveren. Ze haalden me van de planning af en het was in orde. Later besefte ik dat ik toch recht had op het loon van de dag waarop ik ingepland stond”
Het is dus zeer belangrijk om als student op de hoogte te zijn van deze regeling.
Er is geen vast minimumloon voor studenten. Het is in ieder geval niet toegestaan om als student minder te verdienen dan het loon dat is vastgesteld in de sector of het bedrijf waarvoor je werkt.
In principe wordt het loon van een student bepaald door een collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van het paritaire comité waaronder de onderneming valt. Het is dus handig om te weten welk paritair comité dit is.
Als er echter geen specifieke loonschalen zijn binnen het paritaire comité, heeft de student recht op het "gemiddeld minimum maandinkomen", op basis van zijn leeftijd. Dit minimumloon is verplicht vanaf het moment dat de student voor minstens één maand is tewerkgesteld.
De Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten kan informatie geven over het minimumloon van de student op het niveau van het betrokken paritair comité. Hieronder staat een overzicht van het interprofessioneel minimum maandinkomen dat van toepassing is vanaf 1 december 2022.
“Bij mijn eerste studentenjob begon ik aan iets meer dan € 8/uur. In mijn laatste jaar was dit al meer dan € 12/uur. Lonen verschillen erg per studentenjob. Zo verdiende ik als orderpicker (nachtpost) € 16/uur, als student in de verzekeringswezen net meer dan € 10/uur en als student in de horeca €12/uur.”
De werkgever is wettelijk niet verplicht om een vergoeding te geven aan de stagiair. Het mag wel en als dit gebeurd moet de werkgever het minimumloon geven dat van toepassing is voor jongere in het bevoegde paritair comité.
De vergoeding voor stages in België hangt ook af van verschillende factoren, zoals het soort stage, de duur van de stage en het type organisatie waarbij de stage wordt gelopen. Hieronder vind je enkele richtlijnen:
Het is belangrijk om te benadrukken dat de vergoeding voor stages in België een complexe materie is en dat er veel verschillende regels en uitzonderingen zijn. Het is dan ook aan te raden om bij twijfel contact op te nemen met de stagecoördinator van de onderwijsinstelling of met een juridisch expert.
“Ik loop momenteel stage voor mijn opleiding. Mijn onderwijsinstelling heeft niets over een vergoeding in het contract staan. Ik krijg dus geen vergoeding voor mijn stage. Er zijn echter wel stageplaatsen die de vervoerskosten terugbetalen en zelfs een vergoeding geven.”
Een student kan zeker en vast een student zelfstandige worden. Hierbij zijn er natuurlijk wel een aantal zaken waar de student rekening mee moet houden. Als startende student-ondernemer kan je genieten van het statuut van student-zelfstandigen, waardoor je minder of zelfs geen sociale bijdragen hoeft te betalen. Onderstaand de voordeligere tarieven:
Je komt in aanmerking voor het statuut student-zelfstandige als:
Als startende student-ondernemer dien je vóór de start van je activiteit aangesloten te zijn bij een erkend sociaal verzekeringsfonds. Door je aan te sluiten kan je nog genieten van kinderbijslag, gezondheidszorg, een pensioen en andere sociale voordelen. Elk kwartaal zal het sociaal verzekeringsfonds een afrekening sturen met de verschuldigde sociale bijdragen.
Eens je een startende student-ondernemer bent, word je in principe beschouwd als zelfstandige in hoofdberoep. Je dient dus na de start van je activiteit een eerste voorlopige sociale bijdrage te betalen. Deze bijdragen zijn wettelijk bepaald en gebaseerd op het minimuminkomen van een zelfstandige in hoofdberoep, namelijk 16 409,20 euro per jaar.
Je moet je ook inschrijven bij de Kruispuntbank voor ondernemingen (KBO). Hierna krijg je een ondernemingsnummer toegekend en indien je btw-plichtig bent, een btw-nummer.
Indien er veranderingen optreden in uw situatie (zoals het verminderen van het aantal studiepunten, verandering van onderwijsinstelling of het gaan studeren in het buitenland), dient u dit onmiddellijk te melden aan uw sociaal verzekeringsfonds.
Het statuut van student-zelfstandige wordt beëindigd:
Een student kan ook als freelancer aan de slag. Dit kan interessant zijn voor studenten die graag opdrachten uitvoeren op zelfstandige basis als bijverdienste naast hun studies.
Er zijn echter wel enkele aandachtspunten waar de student rekening mee moet houden:
Het is belangrijk om op voorhand goed na te gaan of het statuut van freelancer wel de beste keuze is voor de student en om alle juridische en fiscale aspecten goed te bekijken en eventueel professioneel advies in te winnen.
Zodra je afstudeert en geen verplichtingen meer hebt ten opzichte van je school, ben je geen student meer en mag je geen studentenjob meer uitoefenen. Er is echter één uitzondering: als je in juni afstudeert of in de zomermaanden, aanvaardt de RSZ dat je nog tot 30 september van dat jaar kan werken tegen verminderde sociale bijdragen (als jobstudent dus).
Indien je na het beëindigen van je studentenjob onmiddellijk bij dezelfde werkgever als gewone werknemer aan de slag gaat, moet de aard van je gewone job duidelijk verschillen van die van je studentenjob. Het is namelijk niet de bedoeling dat je werkgever de studentenjob gebruikt als een proefperiode voor de gewone job.
“Wanneer ik afstudeer in juni ga ik in de zomervakantie nog werken als student. Dit om de laatste keer te kunnen genieten van de verlaagde sociale bijdragen.”
Voor vragen over studentenjobs kan je terecht bij:
https://www.vlaanderen.be/werken-als-jobstudent#contact
https://www.studentatwork.be/nl/over-studentenarbeid/wie-is-jobstudent.html
https://www.hetacv.be/je-rechten/jong-acv/jobstudent/faq-voor-studenten
https://werk.belgie.be/nl/themas/arbeidsovereenkomsten/bijzondere-arbeidsovereenkomsten/overeenkomst-voor-tewerkstelling-van
https://www.freezbe.be/form/contact
https://www.myfamily.be/nl-be/contacteer-ons
https://www.startpeople.be/nl/studentenarbeid/10-veel-gestelde-vragen-over-studentenjobs
Interesse in onze diensten voor ondernemers en bedrijfsleiders? Vraag vrijblijvend een kennismakingsgesprek aan en krijg direct inzichten in jouw financiële mogelijkheden.